Les 3: Van manager naar coach.

In les 1 van deze module heb je geleerd hoe de ontwikkeling van autonomie vs gezag gaat gedurende de opvoeding. Hoe ouder je kind wordt, hoe minder gezag ze accepteren en hoe meer ze hun eigen beslissingen willen nemen. En dit is een hele goede ontwikkeling. Uiteindelijk zullen ze op hun eigen benen moeten kunnen staan. Tenminste dat is wel het streven.

Wanneer je kind net geboren is, is het volledig afhankelijk van jou/jullie. Zonder jullie overleeft het niet. Je beschermt je kind, je voedt het, je verzorgt het, je geeft het liefde en aandacht.

Al vanaf dag één ontstaan er gezinssystemen. Een eigen manier van omgaan met elkaar en unieke, eigen gedragspatronen. Hoe jullie verjaardagen vieren, vakanties plannen en invullen, eten enz. is jullie manier en dat is prima. Het is interessant wat voor specifieke gezinskenmerken er spelen. Wanneer je dit namelijk weet van je eigen gezin (en eerlijk dit is niet altijd gemakkelijk om te herkennen en erkennen), weet je ook waar de mogelijke disbalans zit en waar werk te doen is. Al dan niet met hulp van buitenaf.

Hoe jonger je kinderen zijn, hoe meer je richting een kluwen gezin gaat. Als ouders regel je nog veel, bescherm je je kinderen en doe je veel samen. Voor kinderen is dit een veilige omgeving om op te groeien en zich te ontwikkelen tot volwassen individuen die in staat zijn verantwoordelijkheid te nemen voor eigen keuzes en zelfstandig keuzes kunnen maken.

In een ‘gezond’ systeem ontwikkelt het gezin zich en zal het kluwen systeem gefaseerd overgaan op een los zand gezin. Een gezin waarbij iedereen zijn eigen ding doet, zijn eigen weg gaat en op momenten samenkomt. Iedereen is zelfstandig en legt niet voor alles verantwoording af.

Zoals al gemeld: er is geen goed of fout in deze systemen. Alleen wanneer er te veel los zand is, is dat niet goed. Hetzelfde geldt voor een kluwen systeem. Dan zit je er weer teveel bovenop en bescherm je je puber te veel.

Jouw rol verandert naarmate je kind ouder wordt. Dit zal je al wel hebben gemerkt en dit zal steeds zo blijven. Je puber zal het niet meer accepteren dat jij alles bepaald en regelt. Al vinden ze het niet erg dat alles voor ze wordt gedaan, het is niet gezond dat je alles voor je puber doet. In de ontwikkeling naar volwassenheid, zullen ze hun zelfstandigheid mogen trainen en mogen ontdekken hoe alles werkt. De verleiding is dan groot om ze te beschermen voor alles wat fout zou kunnen gaan, maar eerlijk, daar help je ze niet mee.

Jouw rol verandert in de puberteit van manager naar coach. Van controleren naar begeleiden. Daar waar je tijdens de basisschoolleeftijd van je kind nog met name bezig was met vertellen wat er moet gebeuren, hoe het moet gebeuren en wanneer het gebeurt, ben je in de puberteit steeds meer bezig met coachen, begeleiden van je puber. Geef je puber stap voor stap verantwoordelijkheid voor zaken. Geef hem het vertrouwen dat hij dingen kan en mag doen op zijn eigen manier en ondersteun hem daar waar hij dat nodig heeft. Hoe lastig het misschien ook is: Laat hem tegen de lamp lopen. Laat hem fouten maken. Laat hem vallen en weer opstaan. Daar leert hij namelijk het meest van.

Sta jezelf toe om van controleren naar begeleiden te gaan. Stap voor stap. Dit is voor je puber een leerproces, maar voor jou ook.

Maar hoe pak je dat dan aan? Er is geen magische truc die je elke keer en in elke situatie kunt gebruiken. Daarom is het belangrijk dat je voor jezelf bepaalt wat je prettig vindt en weet dat de onderliggende gedachte altijd te maken heeft met respect en het op een respectvolle manier omgaan met elkaar.

Ga je puber nog meer zien als een volwaardig gesprekspartner. Alleen één die nog niet alle verantwoordelijkheden kan dragen.

Je kan een meer voorspelbare reactie van je puber verwachten, door even rust te pakken en te analyseren wat het probleem is. Vervolgens leg je het probleem op een respectvolle manier uit en daarbij benoem je wat voor een gevoel je erbij hebt. Dan nodig je namelijk je puber uit om mee te denken in een oplossing.

Geef je puber opties om uit te kiezen in plaats van dwingen om wat te doen. Ga geen ellenlange betogen houden over wat hij verkeerd heeft gedaan, dan raak je zijn aandacht kwijt en heeft je puber al snel het gevoel dat hij toch niets goed kan doen. Soms is kort en krachtig voldoende en wanneer je daarbij uitspreekt wat jouw verwachtingen zijn (uiteraard op een liefdevolle manier), staat een puber meer open om te luisteren.

Je puber is namelijk erg gevoelig voor de manier waarop jij met hem praat en communiceert. Daarom is het van belang dat je weet wat je zegt, en niet andersom, zeggen wat je weet.

Echt contact maken met je puber is niet gemakkelijk. Pubers vinden het namelijk heerlijk om hun ongezouten mening te geven op het moment dat het hen uitkomt. Wat een ander daar op dat moment van vindt, lijkt voor hen niet belangrijk.

Wat jij kan doen in zo’n situatie is hem uitnodigen om zijn gedachten te uiten. Probeer dan ook je puber serieus te nemen en dezelfde taal te spreken, want pubers vinden vaak dat ouders (lees: volwassenen) belerend zijn en daardoor voelen zij zich niet serieus genomen. Als volwassenen hebben we vaak het gevoel dat pubers dit uitlokken, maar dit ligt toch echt bij ons. Pubers haken af bij ouders die belerend zijn. Ze lopen weg, geven een grote mond of halen simpelweg hun schouders op.

En dat is direct een nadeel van het geven van advies. Wanneer jij advies geeft, ervaart je puber dat vaak als ongevraagd advies of belerend. Zeker op het moment dat je puber er niet om heeft gevraagd. Hij kan hierdoor het gevoel krijgen dat hij geen ruimte krijgt voor zijn inbreng. Wanneer jij direct met een oplossing komt, ontneem je je puber de kans om zelf tot oplossingen te komen die misschien beter voor hem werken. Ongevraagd advies legt een bepaalde druk bij pubers, een gevoel van iets moeten en dat is juist wat ze niet willen. Dus, wil je advies geven maar vraagt je puber er niet om, vraag dan zelf of je advies mag geven.

Wanneer jij je puber als een volwaardig persoon ziet en het gesprek aangaat, zal je puber het idee hebben dat jij oprecht geïnteresseerd bent in zijn mening. Op dat moment kan er ruimte ontstaan voor een mooi en goed gesprek.