Les 2: Wat is gezond pubergedrag?

Wat is nu gezond pubergedrag, hoe irritant misschien ook, en wat is gedrag dat echt niet door de beugel kan. Dit is natuurlijk voor iedereen verschillend. Dit heeft namelijk te maken met wie jij bent als persoon, als ouder. Iedereen heeft een eigen rugzak, een eigen referentiekader, van waaruit je handelt. Dit maakt dat het lastig is om een duidelijke grens te trekken tussen acceptabel en irritant gedrag tegenover niets acceptabel en grensoverschrijdend gedrag.

In deze les ontvang je meer informatie over pubergedrag in het algemeen en wat volgens te wetenschap ‘gezond’ pubergedrag is en wat niet.

Belangrijk is dat jij er voor jezelf dingen uit gaat halen en gaat nadenken over wat jij wel acceptabel en niet-acceptabel gedrag vindt.

Veel van het ‘gezonde pubergedrag’ hangt ook samen met de verwerking van alle veranderingen in het puberbrein. Dit kan namelijk zorgen voor onrust en chaos. Dit maakt dat jouw verwachtingen van je puber niet in lijn liggen met dat wat je puber al kan. Omdat het brein zo in ontwikkeling is, is het niet altijd haalbaar om aan verwachtingen te voldoen, simpelweg om dat het nog niet ontwikkeld is in het brein. Omgaan met een puber in de puberteit vraagt veel geduld en de wetenschap dat je puber het niet persoonlijk bedoeld.

Belangrijk om mee te beginnen: Je puber is geen kind meer waar je alles voor moet regelen en die je alles nog kan vertellen.

Een puber beschouwd zijn vrienden als belangrijk. Ouders zijn niet meer degene die alles weten en dit betekent dat hij niet alles meer van je zal aannemen. Hij wil op zijn eigen benen leren staan, wil verantwoordelijkheid en zelfstandigheid. Al is hij daar nog niet altijd al toe. Er komt meer kijken bij zelfstandig zijn en verantwoordelijkheid nemen dan je puber kan zien. Het is een proces van tegenstrijdigheden voor jou. Je wilt tegemoetkomen aan hetgeen wat je puber wil, maar ziet ook dat hij het nog niet aankan. Gevolg: een ingewikkeld proces waarbij je constant op zoek bent naar het vinden van een balans. Elke dag opnieuw ontdekken wat kan wel en wat niet.

Dit betekent dus dat je puber je aan de ene kant nog nodig heeft en dingen met je wil doen en aan de andere kant dat hij met rust gelaten wil worden en dat jij je niet meer zoveel met hem bemoeid.

Hij heeft jouw nabijheid nodig, maar wil zichzelf daarin niet kwijtraken.

Hij wil vertellen wat er speelt, maar wil zich niet kwetsbaar opstellen.

Hij heeft en wil je hulp, maar wil ook zelfstandig dingen oplossen.

Het aantrekken en afstoten is een proces van tegenstrijdige gevoelens. Dit maakt dat je puber op het ene moment vrolijk, gezellig en behulpzaam is en een moment daarna plotseling omslaat in boosheid, frustratie en verdriet. Vaak omdat ze het gevoel hebben dat jij hen niet begrijpt.

Het loskomen van ouders is één van de belangrijkste taken van een puber in de puberteit. Ze zijn immers geen kind meer, maar ook nog geen volwassene. Het is eigenlijk de voorbereiding op het moment dat ze het nest verlaten. Daar waar je als ouders de eerste jaren van het leven nog echt bemoeide met het leven van je kind, ga je nu stap voor stap naar een gezinssituatie waar iedereen zijn eigen ding doet en op momenten wel tijd samen spendeert. Dat loskomen van ouders is dus typisch pubergedrag. Zeker als je als ouder het toch wel lastig vindt om je kind los te laten en daarom veel op de huid zit, kan dit zorgen voor behoorlijk wat gedoe met je puber. Dit heeft er met name mee te maken dat je er te veel bovenop zit en dat is juist wat je puber niet (meer) wil.

Wat zijn nu, naast loskomen van ouders, nog meer voorbeelden van typische gedragingen van pubers?

  • Experimenteren en grenzen opzoeken. Door zelf na te denken en vooral te ervaren, leren pubers veel. Het is ‘normaal’ dat een puber dingen doet die eigenlijk niet mogen.
  • Pubers vinden leeftijdgenoten belangrijker dan hun ouders. Accepteer daarom dat je puber niet alles meer met je deelt. Dat is oké.

Dit betekent niet dat je niet het gesprek aan mag gaan met je puber als je puber daar geen zin in heeft. Soms is het nodig. Vermijd onderwerpen als seks en relaties niet. Deze zijn belangrijk, maar moeten niet awkward worden. Dus maak het bespreekbaar op het moment dat je erover leest, op tv het onderwerp besproken wordt of begin over verliefdheid op spontaan moment samen.

  • Soms lijkt het dat je puber over elk onderwerp een discussie wil voeren. Het geven van hun ongezouten mening is één van hun favoriete bezigheden. Zeker in gesprek met ouders. Belangrijk voor jou om te weten is dat de intentie niet is om jou te kwetsen of wat dan ook.
  • Stemmingswisselingen zijn ook ‘normaal’ tot op zekere hoogte. Deze komen vaak voort uit hormoonwisselingen in het lijf. Pubers zijn erg op zichzelf gericht en hun empathisch vermogen is nog beperkt. Ook hier is het niet de intentie van je puber om jou opzettelijk te kwetsen.
  • Passieve houding en altijd vermoeid is ook als ‘normaal’ te beschouwen. Laat naar bed en niet uit bed kunnen komen. Vergelijk het met een constante jetlag. Het stofje dat ervoor zorgt dat je slaperig wordt (Melatonine) begint in de puberteit later te werken. Toch is voldoende slaap en rust belangrijk voor de ontwikkeling van pubers. Hoeft je puber niet naar school, laat m dan lekker wat langer liggen. Is ook weer in het voordeel van jou en de sfeer in huis.

    Al die ontwikkelingen en hormoonschommelingen zijn heel vermoeiend. Dat je puber even minder doet in huis is dus gedeeltelijk onmacht en gebrek aan energie. Betekent niet dat ze niets hoeven doen natuurlijk. Geef ze een tijd om te doen wat je van hen vraagt.
  • School, huiswerk = stress. Hoevaak heb je discussies over school? Een terugkerend thema bij veel ouders. Veel pubers overzien alles wat van hen gevraagd wordt op school, wat zorgt voor stress. Ook dit heeft weer te maken met de ontwikkeling van het brein. Planning en organisatie zijn nog in ontwikkeling en wanneer je niet weet waar je moet beginnen, kun je het net zo goed niet doen. Klinkt logisch toch?

    Die vuilnisbelt in de slaapkamer is (ook) ‘normaal’ pubergedrag. Maar wie moet er slapen in die kamer: jij of je puber. Maak er niet zo’n probleem van. Laat je puber ervaren dat wanneer hij zijn kleding niet bij de was neerlegt, jij niet gaat wassen. Op deze manier laat jij zien dat het opruimen van de was een voordeel biedt, namelijk dat je kleding gewassen wordt en fris ruikt.
  • En nu we het toch over fris ruiken hebben: persoonlijke hygiëne. De meest confronterende en efficiënte strategie om je puber aan het douchen te krijgen zijn leeftijdgenoten. Wanneer leeftijdgenoten zeggen dat je stinkt, doe je er wat aan want dat wil je niet. Hoe vaak je als ouder er ook wat van zegt, leeftijdgenoten zijn veel belangrijker en daar neem je eerder wat van aan.
  • Wat kan je puber nog zonder zijn telefoon…zij zouden zeggen ‘niets’. Pubers van nu zijn opgegroeid met beeldschermen, internet en het gemak ervan. Uren en uren spenderen ze scrollend door de feed en filmpjes en gamen met vrienden. Heel ‘normaal’. Wil je weten wat je puber bezighoudt? Verdiep je dan eens in de verschillende apps of de games die je puber heeft. Stel vragen, toon belangstelling of speel een keer samen…Probeer dan niet te veel door te vragen, om te voorkomen dat je puber het ervaart als controle.

Belangrijk is om met je puber in gesprek te blijven over de dingen die spelen. Wees duidelijk in wat acceptabel is en wat niet en wees hier ook consequent in. Maak afspraken met elkaar. Wees duidelijk.

Sta open voor de dingen die je puber meemaakt, zonder daar een oordeel aan te koppelen. Hoor je echt dingen die zorgelijk zijn? Bespreek dit dan met je puber, ook weer zonder oordeel. Of zoek professionele hulp via bijvoorbeeld de huisarts.

Luister naar je gevoel. Wanneer je het gevoel hebt dat bepaald gedrag niet meer ‘normaal’ is en zorgt voor patronen. Informeer dan bij een professional.