Les 2: Luisteren zonder te oordelen.

De magie van het luisteren. Deze zin zegt het allemaal. Luisteren is een communicatieve vaardigheid die we onderschatten. De kracht van het goed kunnen luisteren is zó waardevol. Wanneer jij goed luistert naar je puber, écht luistert, hoor en zie je veel meer. Je focust je dan voor 100% op wat je puber zegt, uitstraalt én je bent niet bezig met het formuleren van je eigen reactie of mening.

Door goed te luisteren kom je erachter wat je puber bezighoudt, wat hij verlangt en krijg je inzicht in zijn gedachten. Die informatie kan je zelf weer gebruiken om dingen voor elkaar te krijgen bij je puber. Wanneer jij goed luistert, zal je merken dat de relatie met je puber verbetert en zal hij je aardiger vinden.

Luisteren naar je puber vraagt wat anders van je, dan luisteren naar een volwassene. De emoties en gedachten die je ervaart zijn anders, omdat de band die je hebt anders is. De band met een collega, bekende of vriend(in) is anders dan de emotionele band die je hebt met je puber. Dit maakt ook direct dat de informatie die je ontvangt een andere impact op je heeft.

Wanneer je luistert naar je puber, luister je vanuit je rol als ouder. Je luistert vanuit een bepaald gevoel van verantwoordelijkheid en daar begint de uitdaging. Het shiften van denken ‘Hoe los ik dingen op?’ naar ‘Hoe leer ik mijn puber om zelf zijn struggles op te lossen?’

Die shift maken is erg belangrijk. Je puber is namelijk op een leeftijd dat hij zelf dingen wil doen of oplossen en en hij denkt dat hij zijn ouders daar niet meer bij nodig heeft. Aan de andere kant heeft hij jou juist nodig om te kaderen. Pubers willen graag dat er naar ze geluisterd wordt, dat ze serieus genomen worden en niet dat volwassenen hen vertellen hoe het moet.

En jij wil juist met je puber in gesprek blijven. Dat hij naar je toe komt als hij problemen heeft en dat hij naar je luistert als je iets van hem vraagt. Dus hoe zou je het beste kunnen praten, zodat je puber luistert? En, hoe luister je zodat je puber gaat praten? Kun jij de problemen van je puber wel oplossen? Je zoekt constant naar een balans tussen jouw gevoelens en het verplaatsen in de gevoelens van je puber.

Hoe?

Het idee is dat je je probeert te verplaatsen in de gevoelens van je puber, in plaats van jouw gevoelens voorop te stellen. Jouw gevoelens gaan even naar de achtergrond en laat merken dat je je puber hebt gehoord. Er zal altijd tijd zijn om jouw gevoelens en jouw boodschap te delen. Je hebt meer kans om gehoord te worden, op het moment dat je puber het gevoel heeft dat hij gehoord, gezien en erkend wordt in zijn problemen. Maar ook dan zijn er geen garanties. Je puber kan je altijd nog oneerlijk, onbegrepen of onredelijk vinden. Het is voor jou belangrijk om te weten (en niet de fout te maken) dat hij, ondanks zijn protesten en overtuigingen, heel graag jouw mening wil weten. Want hoe je puber ook reageert, hij blijft jouw waarden en mening belangrijk vinden in het maken van zijn eigen keuzes.

Het gaat er hierbij niet om of je puber dit zal accepteren of erin mee zal gaan. Het gaat om jou. Het gaat erom dat je écht luistert en hoort wat je puber voelt en denkt. Dit kan je trainen. Door deze vaardigheden om te zetten in actie en door zelf je resultaten te observeren, kun je je eigen overtuigingen herschrijven. Luisteren kan je jezelf aanleren door te oefenen. Zie het als het aanleren van een nieuwe vaardigheid, bijvoorbeeld het leren bespelen van een muziekinstrument. Dit lukt je niet in een dag, maar dat vraagt oefening.

Het praten met pubers is niet altijd gemakkelijk. Soms vraag je je misschien af hoe je überhaupt in gesprek komt met je puber. Want voor je het weet heb je een uitbarsting van heb ik jou daar of loopt hij weg. En dan heb ik het nog niet eens over die blikken, zuchten, focus op mobiel en dooddoeners als ‘ja, en…’, ‘whatever…’ of ‘weet ik niet.’ Al deze factoren maken het in gesprek gaan met je puber niet makkelijker. Herkenbaar?

Niet alleen jij, maar ook voor je puber is het niet altijd makkelijk om te communiceren. Het is soms écht frustrerend. Hoe leg je iets uit, zonder dat de ander daar een oordeel over heeft? Zonder dat je moeder je gelijk de les leest of adviezen geeft waar je niets mee kan? Ook voor je puber is het lastig om uit te leggen wat er speelt.

De magie van het luisteren. Deze zin zegt het allemaal. Luisteren is een communicatieve vaardigheid die we onderschatten. De kracht van het goed kunnen luisteren is zo waardevol. Wanneer jij goed luistert naar je puber, echt luistert, hoor en zie je veel meer. Je focust je dan voor de 100% op wat je puber zegt en uitstraalt en je bent niet bezig met het formuleren van je eigen reactie of mening.

Door goed te luisteren kom je erachter wat je puber bezighoudt, wat hij verlangt en krijg je inzicht in zijn gedachten. Die informatie kan je zelf weer gebruiken om dingen voor elkaar te krijgen bij je puber. Wanneer jij goed kan luisteren, zal je merken dat jullie relatie verbetert en dat hij je aardiger vindt.

Wanneer je luistert naar je puber, luister je vanuit je rol als ouder. Je luistert vanuit een bepaald gevoel van verantwoordelijkheid en daar begint de uitdaging. Het shiften van denken ‘Hoe los ik dingen op?’ naar ‘Hoe leer ik mijn puber om zelf zijn struggles op te lossen?’

Die shift maken is erg belangrijk. Je puber is namelijk op een leeftijd dat hij zelf dingen wil doen/oplossen en denken dat ze hun ouders daar niet meer bij nodig hebben. Anderzijds hebben ze jou juist nodig om te kaderen. Pubers willen graag dat er naar ze geluisterd wordt, dat ze serieus genomen worden en niet dat volwassenen hen vertellen hoe het moet.

En jij wil juist met je puber in gesprek blijven. Dat hij naar je toe komt als hij problemen heeft en dat hij naar je luistert als je iets van hem vraagt. Dus hoe zou je het beste kunnen praten, zodat je puber luistert én hoe luister je zodat je puber gaat praten? En ben jij wel de persoon die de problemen van je puber kan oplossen? Het is constant zoeken naar een balans. Een balans tussen het verplaatsen in de gevoelens van je pubers en jouw gevoelens.

Wanneer je in gesprek gaat met je puber, wanneer je echt gaat luisteren, zorg dan dat je er ook met je hoofd bij bent. Zorg er dan voor dat je geen afleiding hebt. Dat je niet in je hoofd bezig bent met je ‘to-do-lijst’ van die dag of met het onthouden van je boodschappenlijstje.

Je moet het doel hebben om echt te willen weten wat je puber te zeggen heeft, zonder oordeel. Dat is niet eenvoudig. Vertrouw erop dat je puber zelf het beste weet wat hij nodig heeft. Jouw rol is om hem te begeleiden, inspireren en er te zijn. Houd je eigen mening voor je en geef ruimte aan je puber.

Geef hem de ruimte door hem uit te laten spreken en neem de tijd om te luisteren naar zijn verhaal, zonder dat je hem steeds onderbreekt. Daarbij is het belangrijk dat je contact houdt met je puber.

Maak oogcontact, knik, hum en laat hem met jouw woordkeuze merken dat je goed geluisterd hebt en teruggeeft wat hij belangrijk vindt. Dit kan je goed doen door samen te vatten wat je hebt gehoord.

Vraag of je hem goed begrepen hebt en ga in op wat je puber zegt. Naast het luisteren kun je ook vragen stellen die je puber stimuleren om verder te vertellen.

Een puber hoeft van jou niet te horen wat hij mogelijk voelt, denkt of mankeert. Daarvoor komt hij niet bij jou. Je puber vraagt je niet om zijn problemen op te lossen en dit moet je ook niet willen doen. Daarbij is de kans dan groot dat hij blokkeert en dat het gesprek klaar is.

Je puber vraagt eigenlijk om een luisterend oor. Iemand die hem aanhoort en er is. Iemand die begrip toont voor de situatie vanuit zijn oogpunt. Hier hoef je niets van te vinden. Gewoon er zijn en belangstelling tonen. En wanneer hij wat van je nodig heeft, vraag hij dat wel of kan jij het voorstellen.


Toelichting bij opdracht 2:

Situatie:

Stel je dochter komt thuis, doorweekt van de regen en met een slag in het wiel van haar fiets. Ze komt binnen, slaat de deur dicht en gooit haar tas in de hoek.

Je kan reageren door te:

  • Commanderen: ‘Hé hallo! Kom eens rustig binnen. Ruim de tas op! En wat is er gebeurd met je fiets?’
  • Dreigen: ‘Als je nu niet gauw vertelt wat er is gebeurd, dan regel je zelf maar vervoer voor morgen naar school!’
  • Preken: ‘Hoe vaak moet ik het nog zeggen: niet slaan met de deuren! En vergeet niet je tas op te ruimen en ik zou ik heel graag willen weten wat er met je fiets is gebeurd!’
  • Oordelen of beschuldigen: ‘Jeetje wat is er nu weer gebeurd? En het gaat weer lekker met jou!’
  • Uitleggen: ‘Je hebt vast een vervelende dag gehad. Wanneer je de volgende keer in de ochtend eerder uit je bed komt en je niet zo hoeft te haasten onderweg, had je dit waarschijnlijk kunnen voorkomen.’
  • Prijzen: ‘Normaalgesproken ben je zo zuinig op je spullen. Ik denk dat dit een ongelukje is en dat het niet je bedoeling was om zo doorweekt thuis te komen.’
  • Adviseren: ‘Zo te zien heb je geen leuke dag gehad. Als je nou eerst even droge kleding aantrekt, je tas opruimt en mij komt vertellen wat er is gebeurd. Praten zal je helpen.’
  • Beter weten: ‘Ik kan mij ergens voorstellen dat je dag niet leuk is geweest, maar dat betekent nog niet dat je zo met je spullen om moet gaan. Ik heb toch al zo vaak gezegd dat je op tijd van huis moet gaan en even op je app moet kijken of het gaat regenen?!’
  • Schelden: ‘Ah, nee … ! Wat is er nu in vredesnaam weer gebeurd?!’
  • Geruststellen: ‘Kom, drink een kom thee. Morgen gaat het vast weer beter.’
  • Vragen stellen/ondervragen: ‘Wat is er met je fiets gebeurd? Waarom heb je niet even gebeld? Waarom gooi je met de deur? Wat maakt dat die tas daar in de hoek terecht komt? Wat is er gebeurd? Wie waren erbij? Wie gaat de reparatie van de fiets betalen?’
  • Afleiden: ‘Kom hier meid. Even een knuffel. Laten we over iets leuks gaan praten.’

Toelichting bij opdracht 3:

Deze antwoorden.

Dat is ook exact wat jouw puber nodig heeft op het moment dat hij een probleem ervaart. Jouw puber heeft dezelfde behoeftes als jij: erkenning, vertrouwen en gezien worden.

Om te voldoen aan die behoeftes, kan je op twee manieren luisteren: actief en passief.

Wanneer je passief luistert ben je vooral bezig bij het aanwezig zijn. Je luistert naar je puber en reageert soms met een hmm, o, ja, goh, oké.

Kijk je puber aan en laat ook non-verbaal zien dat je aanwezig bent, door te knikken, glimlachen of fronzen. Op deze manier laat je zien dat je ook met je lichaam voor 100% aanwezig bent. Vaak zet je passief luisteren in als je puber even wil spuien. Zijn verhaal wil doen of zijn hart wil luchten. Daarbij heeft hij verder niets nodig, alleen even jouw aanwezigheid en aandacht.

In andere situaties zal passief luisteren niet voldoende zijn. Dan heeft je puber iemand nodig die vragen stelt, die hem op een goede weg helpt. Op die momenten moet je actief luisteren.

Met actief luisteren ben je met al je aandacht aanwezig in het gesprek. Je reageert adequaat, zodat je puber weet en ervaart dat je probeert te begrijpen wat er in hem omgaat. Je geeft in woorden aan wat je hebt gehoord en waarbij je teruggeeft of je begrepen hebt wat de behoeften en gevoelens van je puber zijn. Koppel de emotie terug die je ziet. Het is belangrijk dat je geen advies geeft, maar alleen reflecteert op de behoeften en gevoelens van je puber. Het is niet erg dat het niet altijd klopt. Dat jouw interpretatie niet goed is. Wat belangrijk is dat je puber ervaart dat je hem probeert te begrijpen. En je puber zal het wel aangeven als jouw bevindingen niet kloppen. Actief luisteren heeft als doel om je puber te laten ervaren dat het gehoord wordt. Niet om het probleem op te lossen, want dat moet je puber zelf doen.

Je puber heeft het nodig dat je hem begrijpt.

Wanneer je aandacht en erkenning hebt voor de behoeftes en emoties van je puber, zal je merken dat ze minder heftig worden en dat het ruimte geeft aan je puber om na te denken over mogelijk oplossingen.